ECLI:NL:CRVB:2016:756
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van kinderbijslag wegens het bereiken van de leeftijd van 18 jaar door het jongste kind
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 maart 2016 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, woonachtig in Marokko, had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die hem had meegedeeld dat hij geen recht meer had op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) omdat zijn jongste kind, [A.], de leeftijd van 18 jaar had bereikt. De Svb had eerder op 16 oktober 2012 besloten dat appellant geen recht meer had op kinderbijslag, en dit besluit was niet door appellant bestreden.
In maart 2013 diende appellant opnieuw een aanvraag in voor kinderbijslag voor zijn drie jongere kinderen, maar deze werd afgewezen omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die de Svb tot een ander besluit konden brengen. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna hij in hoger beroep ging. Appellant voerde aan dat hij al sinds 1980 kinderbijslag ontving en nu ook een pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet ontvangt, en dat hij zorgt voor zijn kinderen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de Svb de aanvraag van appellant terecht had aangemerkt als een verzoek om terug te komen van het eerdere besluit. De Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die een herziening van het besluit rechtvaardigden. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.