ECLI:NL:CRVB:2017:1399
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen na ontruiming
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 11 april 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die bijstand ontving op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen na de ontruiming van zijn woning. De aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Arnhem, omdat de appellant eerder al bijzondere bijstand had ontvangen en de kosten niet noodzakelijk zouden zijn. De rechtbank verklaarde het beroep van de appellant ongegrond, waarna de appellant in hoger beroep ging.
Tijdens de zitting op 28 februari 2017 was de appellant niet aanwezig, maar het college werd vertegenwoordigd door D.J. de Feijter. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat zijn gebruiksgoederen aan vervanging toe waren, aangezien hij zijn goederen niet had opgehaald na de ontruiming. Bovendien had hij eerder al bijzondere bijstand ontvangen voor inrichtingskosten. De Raad concludeerde dat de kosten waarvoor de appellant bijzondere bijstand vroeg, niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden en dat het college terecht had geoordeeld dat de aanvraag moest worden afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door R.H.M. Roelofs, in tegenwoordigheid van J.M.M. van Dalen als griffier.