ECLI:NL:CRVB:2017:1465
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor huur en waarborgsom door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door appellanten, een vader en zoon, die bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet (PW). Appellanten huurden vanaf 20 februari 2015 een woonruimte bij een familielid, maar moesten per 28 juni 2015 een nieuwe huurovereenkomst aangaan voor een kamer in Tilburg. Ze dienden aanvragen in voor bijzondere bijstand voor de kosten van de eerste maand huur en een waarborgsom, maar het college van burgemeester en wethouders van Tilburg wees deze aanvragen af. Het college stelde dat de kosten voor de eerste huur tot de dagelijkse kosten van het bestaan behoren en dat appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij deze kosten niet uit eigen inkomen konden betalen.
De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde de beroepen van appellanten tegen de afwijzing ongegrond, omdat appellanten niet met objectieve en verifieerbare stukken hadden onderbouwd dat zij over de maand juni 2015 dubbele huur verschuldigd waren en dat zij een waarborgsom moesten betalen. Appellanten gingen in hoger beroep en voerden aan dat zij door dubbele huur niet in staat waren de eerste maand huur te betalen en dat zij geen restitutie van de waarborgsom van de oude woning hadden ontvangen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelde dat appellanten niet voldoende bewijs hadden geleverd voor hun stellingen over de dubbele huur en de waarborgsom. De verklaringen die appellanten in hoger beroep overlegden, waren niet overtuigend en niet onderbouwd met objectieve stukken. De Raad concludeerde dat de hoger beroepen niet slagen en bevestigde de eerdere uitspraken van de rechtbank.