Uitspraak
OVERWEGINGEN
: ”In de wasmand in de douche zagen wij verder o.a. (naast andere vuile was van blh en haar dochters) 2 vuile herenonderbroeken liggen waarvan wij blh hoorden zeggen dat deze van [H.] waren en dat deze door blh werden mee gewassen met de rest van de was in het huis van blh”. Dat eiseres niet heeft verklaard dat [H.] in haar bed sliep, acht de rechtbank evenmin aannemelijk. In dit verband overweegt de rechtbank geen aanknopingspunten te zien om te twijfelen aan de juistheid van hetgeen eiseres heeft verklaard op 21 november 2014 ten overstaan van de onderzoekrapporteurs. De rechtbank acht voorts van belang dat eiseres de auto van de vriend van [H.] mocht gebruiken. Deze feiten en omstandigheden duiden naar het oordeel van de rechtbank op een, in een zakelijke relatie ongebruikelijke, verbondenheid en op een mate van verantwoordelijkheid voor elkaar die de grenzen van een kostgangersrelatie overschrijdt.”