ECLI:NL:CRVB:2017:188
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Ontvangstbevestiging bezwaarschrift als geen besluit in de zin van de Awb
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die algemene bijstand ontving, had bezwaar gemaakt tegen een brief van het college van burgemeester en wethouders van Medemblik, waarin hij werd geïnformeerd over de begeleiding bij zijn re-integratie en de toepassing van de kostendelersnorm. Het college had op 16 januari 2015 een ontvangstbevestiging gestuurd, maar deze werd door het college niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beschouwd. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en geconcludeerd dat de brief van 16 januari 2015 enkel een bevestiging van ontvangst van het bezwaar was en niet gericht was op enig rechtsgevolg. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van een besluit zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht had afgezien van het horen van de appellant, aangezien het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk was. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van de appellant niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.