ECLI:NL:CRVB:2017:2418
Centrale Raad van Beroep
- Proces-verbaal
- I.M.J. Hilhorst - Hagen
- Rechtspraak.nl
Weigering herziening besluit arbeidsongeschiktheid zonder nieuwe feiten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juni 2017 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 3 oktober 2016. De appellant had verzocht om herziening van een eerder besluit van 11 februari 2002, waarin zijn arbeidsongeschiktheidspercentage was vastgesteld op 15 tot 25. Het Uwv had dit verzoek afgewezen, omdat de appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die een herziening rechtvaardigden. De appellant stelde dat het Uwv ten tijde van het besluit van 11 februari 2002 een onderzoek had moeten uitvoeren naar de mogelijkheid voor hem om zich extern te verzekeren tegen arbeidsongeschiktheid. Hij verwees naar een eerdere uitspraak van de Raad van 4 oktober 1985, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de appellant zijn argumenten al had kunnen aanvoeren in de eerdere procedures. De Raad concludeerde dat het Uwv in redelijkheid had kunnen besluiten om het verzoek om herziening af te wijzen, omdat de appellant niet met nieuwe informatie kwam die de eerdere besluiten zou kunnen ondermijnen. De uitspraak benadrukt het belang van het aanvoeren van relevante feiten en omstandigheden in de juiste procedure.