ECLI:NL:CRVB:2017:2431
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- M. Hillen
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens niet-gemelde verkoopactiviteiten via Marktplaats
In deze zaak gaat het om de intrekking en terugvordering van bijstandsuitkeringen aan appellanten, die van 15 juni 2012 tot en met 31 augustus 2014 bijstand ontvingen. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De aanleiding voor de intrekking was een melding dat appellant bijverdiensten had door het verkopen van brommeronderdelen en andere goederen via Marktplaats. Na een onderzoek door toezichthouders van de gemeente, waarin onder andere gegevens van de RDW en Marktplaats werden geraadpleegd, concludeerde het college dat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door deze inkomsten niet te melden. Dit leidde tot een besluit van 31 december 2014 om de bijstand met terugwerkende kracht in te trekken en een bedrag van € 44.773,90 terug te vorderen.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond, maar appellanten gingen in hoger beroep. De Raad oordeelt dat het college het besluit tot intrekking van de bijstand voor de periode van 1 januari 2014 tot en met 7 januari 2014 en van 1 februari 2014 tot 1 december 2014 niet langer handhaaft. De Raad stelt vast dat de intrekking van de bijstand over de periode van 15 juni 2012 tot en met 31 december 2013 wel stand kan houden, omdat appellanten niet hebben aangetoond dat zij recht hadden op bijstand. De Raad vernietigt de eerdere uitspraak voor zover deze betrekking heeft op de intrekking over de periode van 2014 en draagt het college op om een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen.
De Raad veroordeelt het college tot vergoeding van de proceskosten van appellanten, die in totaal € 1.980,- bedragen. De uitspraak is openbaar gedaan op 4 juli 2017.