ECLI:NL:CRVB:2017:2538
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Opschorting en intrekking van bijstand wegens niet verschijnen op oproep in het kader van onderzoek naar rechtmatigheid bijstandsverlening
In deze zaak gaat het om de opschorting en intrekking van de bijstand van appellante, die sinds 13 januari 2003 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van een anonieme melding dat appellante in Suriname verbleef, heeft de gemeente Amsterdam een onderzoek ingesteld. Appellante werd opgeroepen voor een gesprek op 7 december 2015, maar verscheen niet. De gemeente schortte daarop haar bijstandsrecht op. Appellante heeft weliswaar telefonisch contact opgenomen om de afspraak te annuleren wegens ziekte, maar was niet bereikbaar voor verdere communicatie. De gemeente heeft vervolgens de bijstand ingetrokken op 9 december 2015, omdat appellante wederom niet op een nieuwe oproep verscheen.
Appellante heeft bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante zich verzet tegen deze uitspraak, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante onvoldoende medewerking heeft verleend door niet op de oproepen te verschijnen. De Raad stelt vast dat de termijn van twee dagen om te verschijnen niet onredelijk was en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij door ziekte niet kon verschijnen. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de intrekking van de bijstand rechtmatig was.
De uitspraak benadrukt het belang van medewerking van de bijstandsontvanger in het kader van onderzoeken naar de rechtmatigheid van bijstandsverlening en de gevolgen van het niet voldoen aan oproepen.