ECLI:NL:CRVB:2017:2845
Centrale Raad van Beroep
- Eerste en enige aanleg
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van arbeidsongeschiktheid op basis van de Algemene Oorlogsongevallenregeling
In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij zijn aanvraag voor aanspraken op grond van de Algemene Oorlogsongevallenregeling (AOR) werd afgewezen. Appellant, geboren in 1946, had in december 2014 een aanvraag ingediend en was in november 2015 als oorlogsslachtoffer aanvaard. De Raad heeft vastgesteld dat appellant (psychisch) oorlogsletsel heeft, maar dat dit leidt tot een arbeidsongeschiktheidspercentage van 50%, terwijl appellant stelt dat hij 80-100% arbeidsongeschikt is. De Raad oordeelt dat de AOR zich beperkt tot oorlogsgerelateerde klachten, terwijl voor reguliere uitkeringen alle klachten meetellen. De geneeskundig adviseurs hebben geconcludeerd dat de klachten van appellant niet uitsluitend aan de oorlogservaringen zijn toe te schrijven, maar ook andere oorzaken hebben. De Raad komt tot de conclusie dat het bestreden besluit in stand kan blijven en verklaart het beroep ongegrond. De uitspraak is gedaan door B.J. van de Griend, met J. Tuit als griffier, op 18 augustus 2017.