ECLI:NL:CRVB:2017:3355
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Weigering ontheffing arbeidsverplichting in het kader van de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 september 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant, die sinds 1 december 2014 bijstand ontving op basis van de Participatiewet (PW), had een plan van aanpak ondertekend ter bevordering van zijn re-integratie op de arbeidsmarkt. Het college van burgemeester en wethouders had de bijstand van appellant voortgezet, maar met de verplichting dat hij zijn volledige medewerking verleent aan het plan van aanpak. Appellant verzocht om ontheffing van de arbeidsverplichtingen, omdat hij een ondernemingsplan wilde schrijven en meende dat de sollicitatieverplichting hem daarin belemmerde.
De rechtbank verklaarde het beroep van appellant tegen het besluit van het college ongegrond. In hoger beroep heeft de Raad beoordeeld of het college terecht de ontheffing heeft geweigerd. De Raad oordeelde dat de opgelegde sollicitatieverplichting appellant niet belemmerde in zijn mogelijkheden om een ondernemingsplan te schrijven. Het college had bovendien beleid vastgesteld waarin werd aangegeven dat ontheffing alleen mogelijk is bij dringende redenen, zoals medische of psychische belemmeringen, zorg voor kinderen, of langdurig ontbreken van arbeidsmarktperspectief. Appellant had zijn standpunt dat hij langdurig geen arbeidsmarktperspectief had niet onderbouwd.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek om schadevergoeding af. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van bijstandsontvangers onder de Participatiewet en de voorwaarden waaronder ontheffing van arbeidsverplichtingen kan worden verleend.