Uitspraak
OVERWEGINGEN
27 januari 2014. Bij besluit van 21 februari 2014 heeft het Uwv vastgesteld dat appellante met ingang van 26 januari 2014 (datum in geding) recht heeft op een loongerelateerde
.Tijdens de mondelinge behandeling van dit beroep heeft de rechtbank met partijen afgesproken dat aan de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep gevraagd zal worden om op een aantal door de rechtbank geformuleerde punten te reageren. Na ontvangst van de reacties van de verzekeringsarts bezwaar en beroep en de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft appellante daarop gereageerd. Hierna heeft de rechtbank ten behoeve van haar oordeelsvorming psychiater G.T. Gerssen als deskundige benoemd. De deskundige heeft onderzoek verricht, waarvan in een rapport van 18 januari 2016 verslag is gedaan. Hij heeft vastgesteld dat bij appellante sprake is van stressklachten gerelateerd aan autismespectrum problematiek en van medicatie-afhankelijke hoofdpijn. Tevens is volgens de deskundige sprake van dwangmatige persoonlijkheidstrekken. Volgens de deskundige kan echter niet van een echte persoonlijkheidsstoornis gesproken worden. Wat betreft de diagnosegroep pervasieve ontwikkelingsstoornissen (waar de autistische stoornis toebehoort) voldoet appellante volgens de deskundige niet aan de minimaal zes kwalitatieve beperkingen. De deskundige heeft voorts geoordeeld dat de door appellante als gevolg van haar aandoeningen op het gebied van persoonlijk en sociaal functioneren ondervonden beperkingen op juiste wijze zijn vertaald in de FML van 13 oktober 2014. De deskundige heeft tevens ingestemd met de in de FML opgenomen urenbeperking die inhoudt dat appellante in staat moet worden geacht om vier uur per dag en twintig uur per week te werken.
14 oktober 2014 en de aanvullende rapporten van 22 juli 2015 en 9 juni 2016 van de arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft het Uwv de passendheid van de geselecteerde functies voldoende toegelicht. Evenals de rechtbank is de Raad van oordeel dat de door arbeidsdeskundige Van der Poel opgeworpen bezwaren adequaat zijn weerlegd.