ECLI:NL:CRVB:2017:3608
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht; verschoonbaarheid niet aangetoond
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De appellant had beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Heerlen, maar zijn beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het verschuldigde griffierecht niet tijdig had betaald. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant het griffierecht in de onderliggende procedure niet op tijd heeft voldaan en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de niet-tijdige betaling niet verschoonbaar was. De appellant had aangevoerd dat het niet betalen van het griffierecht verschoonbaar was vanwege een abuis van de rechtbank, die het eerder betaalde griffierecht had teruggestort. De Raad oordeelde echter dat deze gang van zaken geen reden was om de niet-tijdige betaling te rechtvaardigen. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep van de appellant ongegrond. De uitspraak benadrukt het belang van tijdige betaling van griffierechten in bestuursrechtelijke procedures en de strikte toepassing van de regels omtrent ontvankelijkheid.