Uitspraak
OVERWEGINGEN
2 oktober 2015 blijkt dat de verzekeringsarts van deze brief op de hoogte was. De verzekeringsarts was dus bekend met de diagnose en het behandelplan en heeft dit overtuigend meegenomen in de beoordeling.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 18 oktober 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Overijssel. Appellante, die eerder ziek was gemeld, had een Ziektewet-uitkering ontvangen, maar het Uwv had vastgesteld dat zij per 29 april 2015 geen recht meer had op ziekengeld. Appellante had zich opnieuw ziek gemeld en stelde dat haar klachten niet voldoende waren meegenomen in de beoordeling door de verzekeringsarts. De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd gesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat appellante in staat werd geacht om de eerder geduide functies te verrichten. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunt, maar de Raad oordeelde dat de verzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de psychologische rapportage en dat er geen nieuwe medische stukken waren ingediend. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarbij werd geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagde en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.