ECLI:NL:CRVB:2017:3861
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- M. Hillen
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Intrekking van AIO-aanvulling wegens schending van inlichtingenverplichting en onduidelijke financiële situatie
In deze zaak gaat het om de intrekking van de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO-aanvulling) van appellant door de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant, die sinds 2006 een gedeeltelijk ouderdomspensioen ontvangt, heeft in 2013 een AIO-aanvulling aangevraagd. De Svb heeft echter vastgesteld dat appellant niet heeft voldaan aan zijn inlichtingenverplichting, omdat hij niet heeft gemeld dat hij een legaat van € 20.000,- had ontvangen en dat hij een bedrag van € 20.000,- naar de bankrekening van zijn dochter had overgemaakt. De Svb heeft de AIO-aanvulling met terugwerkende kracht ingetrokken en het onterecht betaalde bedrag teruggevorderd.
De rechtbank Noord-Nederland heeft het beroep van appellant tegen deze beslissing ongegrond verklaard. Appellant is in hoger beroep gegaan en heeft aangevoerd dat hij de besteding van het bedrag van € 20.000,- kan onderbouwen en dat hij niet over een vermogen beschikte dat hoger was dan de vrij te laten grens voor gehuwden. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en vastgesteld dat appellant niet met objectieve en verifieerbare gegevens heeft aangetoond dat hij niet langer de beschikking had over het bedrag van € 20.000,- ten tijde van de aanvraag van de AIO-aanvulling.
De Raad concludeert dat de Svb terecht heeft gesteld dat het vermogen van appellant niet kan worden vastgesteld en dat de intrekking van de AIO-aanvulling gerechtvaardigd is. Het hoger beroep van appellant wordt afgewezen en de aangevallen uitspraak wordt bevestigd. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling.