Uitspraak
OVERWEGINGEN
25 augustus 2010 ziek meldde met schouderklachten en psychische klachten. Het Uwv heeft bij besluit van 2 november 2012 vastgesteld dat appellante na afloop van de voorgeschreven wachttijd met ingang van 22 augustus 2012 geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) omdat appellante per die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Zij werd met haar beperkingen in staat geacht de functies van schoonmaker gebouwen (SBC-code 111334), medewerker beddenreiniging (SBC-code 111112) en produktiemedewerker papier, karton, drukkerij (SBC-code 111174) te vervullen. Tegen het besluit van 2 november 2012 is geen rechtsmiddel ingesteld.
26 mei 2015 overwogen dat uit de informatie van de neuroloog T.J. Verduijn van 16 april 2015 blijkt dat er bij appellante pijn is in de onderrug links met uitstraling naar het linkerbeen. Er is sprake van een L5 patroon. Er is enige versmalling van neuroforamen zonder overtuigende compressie van wortel L5 links. Het beeld is niet essentieel gewijzigd in vergelijking met eerder onderzoek. De verzekeringsarts bezwaar en beroep is tot de conclusie gekomen dat appellante in staat moet worden geacht de functie van productiemedewerker papier, karton, drukkerij te verrichten, aangezien deze functie niet te belastend is voor de rug. Wat appellante heeft aangevoerd, geeft geen reden tot twijfel aan de juistheid van dit standpunt. De stelling van appellante dat zij niet in staat is om de functie te verrichten, vindt geen steun in de aanwezige rapporten.