Uitspraak
OVERWEGINGEN
.Vervolgens heeft het Uwv bij besluit van 30 april 2015 (primaire besluit II) vastgesteld dat appellante per die datum geen recht meer heeft op ziekengeld op grond van de ZW.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, die als supervisor callcenter werkte, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank had geoordeeld dat appellante na een ziekmelding op 23 februari 2011 geen recht had op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) omdat zij per 20 februari 2013 minder dan 35% arbeidsongeschikt was. Appellante meldde zich op 9 september 2014 opnieuw ziek, maar het Uwv concludeerde na medisch en arbeidskundig onderzoek dat zij met haar beperkingen in staat was om verschillende functies, waaronder die van wikkelaar, te vervullen. Het verzoek van appellante om een onafhankelijke medische deskundige te benoemen werd afgewezen.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd overwogen dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen voldoende informatie hadden om tot hun oordeel te komen. Appellante had geen onderbouwing voor haar stelling dat zij een gevaar voor anderen op de werkvloer was. De Raad oordeelde dat het verzoek om benoeming van een onafhankelijke deskundige niet werd gehonoreerd, omdat het medisch onderzoek als juist en zorgvuldig werd beschouwd. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de aangevallen uitspraak.