Uitspraak
OVERWEGINGEN
12 april 2010 tot 12 april 2012 een recht is ontstaan op loongerelateerde uitkering ingevolge de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 100%. Bij besluit van 20 januari 2012 heeft het Uwv vastgesteld dat appellante vanaf 12 april 2012 in aanmerking komt voor een WGA‑loonaanvullingsuitkering. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 80 tot 100%. Tegen deze besluiten heeft appellante geen bezwaar gemaakt zodat die besluiten in rechte onaantastbaar zijn geworden
.
€ 116,09 per uur). Voorts komen de blijkens de overgelegde facturen in verband met ingewonnen informatie bij de behandelend sector gemaakte kosten ter hoogte van € 147,74 voor vergoeding in aanmerking.
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart de beroepen tegen de besluiten van 29 april 2014 en 30 september 2016 gegrond en vernietigt die besluiten;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 27 juli 2017 ongegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 3.566,78;
- bepaalt dat het Uwv het door appellante in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van € 168,- aan haar vergoedt.