ECLI:NL:CRVB:2017:4424
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Uitsluiting van het recht op een WIA-uitkering en het vertrouwensbeginsel in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 december 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellant, die in Brazilië woont, had zich ziek gemeld in 2010 en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uwv had vastgesteld dat hij geen recht had op een WIA-uitkering omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank had het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat hij door de arbeidsdeskundige het vertrouwen was gewekt dat hij recht had op een WIA-uitkering, mits hij niet naar Nederland terugkeerde. De Raad oordeelde dat de arbeidsdeskundige geen ondubbelzinnige toezegging had gedaan en dat de voorlopige toepassing van het verdrag tussen Nederland en Brazilië al per 1 januari 2012 was beëindigd. Hierdoor kon er geen beroep op het vertrouwensbeginsel worden gedaan. De Raad heeft het bestreden besluit van het Uwv vernietigd, maar het beroep tegen het besluit van 28 februari 2017 ongegrond verklaard. Tevens is het Uwv veroordeeld in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 2.722,50.