Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het beroep ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om de herziening en terugvordering van studiefinanciering van betrokkene door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Centrale Raad van Beroep behandelt het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De rechtbank had geoordeeld dat de herziening van de studiefinanciering niet voldoende was onderbouwd door het rapport van controleurs en de verklaring van de hoofdbewoner. De Minister had betrokkene studiefinanciering toegekend op basis van de Wet studiefinanciering 2000, maar na een controle op de woonsituatie van betrokkene werd geconcludeerd dat hij niet op het opgegeven adres woonde. De rechtbank vernietigde het besluit van de Minister, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelt anders. De Raad stelt dat het rapport en de verklaring van de hoofdbewoner wel degelijk voldoende feitelijke grondslag bieden voor de herziening van de studiefinanciering. De Raad vernietigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het beroep van betrokkene ongegrond. De uitspraak is gedaan op 1 maart 2017.