ECLI:NL:CRVB:2017:995
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van bezwaar tegen niet tijdig beslissen op aanvragen om bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 maart 2017 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant had in 2012 bijstand aangevraagd op grond van de Wet werk en bijstand, maar trok zijn aanvragen in na het vinden van werk. In 2014 maakte de appellant bezwaar tegen de bevestigingen van de intrekking van zijn aanvragen, maar dit bezwaar werd door het college van burgemeester en wethouders van Oldambt niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank bevestigde deze beslissing. In hoger beroep voerde de appellant aan dat hij zijn aanvragen alleen wilde intrekken als hij duidelijkheid had over zijn recht op bijstand, wat het college niet had kunnen geven. De Raad oordeelde dat het bezwaar onredelijk laat was ingediend, aangezien de appellant pas twee jaar later bezwaar maakte. De Raad concludeerde dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Het verzoek van de appellant om schadevergoeding werd afgewezen, evenals de veroordeling in proceskosten.