ECLI:NL:CRVB:2018:1819

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 juni 2018
Publicatiedatum
20 juni 2018
Zaaknummer
17/6667 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep in sociale zekerheidszaak

Op 7 juni 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 17/6667 ANW. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van appellante niet-ontvankelijk was verklaard. De aanleiding voor het verzet was de niet-tijdige indiening van het hogerberoepschrift, wat in strijd was met de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in het verzet geen verklaring heeft gegeven voor de vertraging in de indiening van het hogerberoepschrift. In plaats daarvan heeft zij enkel haar onvrede over de eerdere uitspraak geuit zonder nieuwe feiten of omstandigheden aan te dragen die het verzuim zouden kunnen rechtvaardigen. Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat het verzet ongegrond is en dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij de griffier N.L. Kuipers aanwezig was, maar er is niemand ter zitting verschenen.

Uitspraak

Datum uitspraak: 7 juni 2018
17/6667 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak, bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 11 augustus 2017, 16/7080 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale Verzekeringsbank
Zitting heeft: H.C.P. Venema
Griffier: N.L. Kuipers
Ter zitting is niemand verschenen

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht van 2 februari 2018 heeft de Raad het hoger beroep van appellante tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
De Raad stelt vast dat appellante in verzet geen verklaring heeft gegeven voor het feit dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend. Appellante heeft - slechts - te kennen gegeven op welke gronden zij het niet eens is met de aangevallen uitspraak.
Nu ook overigens niet is gebleken van feiten of omstandigheden die leiden tot het oordeel dat het verzuim appellante niet kan worden verweten, moet het verzet ongegrond worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) N.L. Kuipers (getekend) H.C.P. Venema
ew

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours non fondé.