ECLI:NL:CRVB:2018:2356
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de uitkeringsspecificatie en tegemoetkoming arbeidsongeschikten in het kader van de WIA
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uitkeringsspecificatie van appellante, die een IVA-uitkering ontvangt van het Uwv. De uitkeringsspecificatie van 20 november 2016 werd door het Uwv niet als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) beschouwd, omdat deze geen nieuwe feiten bevatte ten opzichte van eerdere specificaties. De rechtbank had het beroep van appellante ongegrond verklaard, en de Raad onderschrijft dit oordeel. Appellante had in hoger beroep geen nieuwe argumenten aangevoerd die tot een andere conclusie zouden leiden.
Daarnaast werd ook de tegemoetkoming arbeidsongeschikten van € 212,06 netto voor het jaar 2016 besproken. Het Uwv had dit besluit eerder genomen en het bezwaar van appellante ongegrond verklaard. De rechtbank bevestigde dat de wettelijke grondslag voor deze tegemoetkoming in de Wet WIA is neergelegd en dat het Uwv geen verplichting heeft om deze tegemoetkoming apart op te nemen op de jaaropgave. Ook hier heeft de Raad het oordeel van de rechtbank onderschreven en het hoger beroep van appellante afgewezen.
De Raad heeft verder vastgesteld dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten, en bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank.