ECLI:NL:CRVB:2018:2442
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na medisch onderzoek en geschiktheid voor arbeid als callcentermedewerkster
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 augustus 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De appellante, die in België woont, had zich ziek gemeld met knieklachten en ontving ziekengeld op basis van de Ziektewet (ZW). Het Uwv had na een medisch onderzoek vastgesteld dat zij met ingang van 10 september 2014 weer geschikt was voor haar werk als callcentermedewerkster. Appellante was het hier niet mee eens en stelde dat haar klachten niet goed waren beoordeeld en dat zij niet in staat was om haar werk te verrichten.
De rechtbank had het beroep van appellante tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij zij de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek onderschreef. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunten, maar de Raad oordeelde dat het Uwv zorgvuldig had gehandeld en dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere besluiten zou ondermijnen. De Raad bevestigde dat appellante geschikt was voor haar arbeid en dat het Uwv terecht had vastgesteld dat zij geen recht meer had op ziekengeld.
De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.