ECLI:NL:CRVB:2018:2571
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijzondere bijstand woonkostentoeslag wegens niet-nakoming verhuisplicht
Op 21 augustus 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van appellante tegen het college van burgemeester en wethouders van Almere. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag. Appellante, eigenaar van een woning, had eerder bijstand ontvangen, maar was verplicht om haar woning te verkopen en een huurwoning te zoeken. Deze verhuisplicht is niet nagekomen, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag voor bijzondere bijstand.
De rechtbank Midden-Nederland had eerder het beroep van appellante tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellante betoogd dat er bijzondere omstandigheden waren die haar verplichtingen beïnvloedden. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet in staat was om aan de verhuisplicht te voldoen. De medische situatie en de mogelijkheid van een restschuld bij verkoop van de woning werden niet als bijzondere omstandigheden erkend.
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten waarvoor appellante bijstand vroeg, weliswaar noodzakelijk waren, maar niet voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden. De afwijzing van de aanvraag door het college werd daarom terecht geacht. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.