ECLI:NL:CRVB:2018:2870
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bijstandsverlening en inlichtingenverplichting bij deelname aan kickbokstoernooien
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Den Haag ongegrond verklaarde. Appellant ontvangt sinds 30 september 2013 bijstand op basis van de Participatiewet. Naar aanleiding van een melding dat appellant mogelijk zwarte inkomsten heeft als professioneel kickbokser, heeft de gemeente Den Haag een onderzoek ingesteld naar de rechtmatigheid van de bijstandsverlening. Uit het onderzoek bleek dat appellant aan verschillende kickbokstoernooien had deelgenomen en dat hij in China een wedstrijd had gevochten. Het college heeft vervolgens de bijstand van appellant over enkele maanden herzien en teruggevorderd, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting niet was nagekomen door deze inkomsten niet te melden.
De rechtbank heeft de beslissing van het college bevestigd, maar appellant is het hier niet mee eens en heeft hoger beroep ingesteld. In hoger beroep stelt appellant dat hij op de gala's niet heeft gebokst en geen inkomsten heeft ontvangen, maar enkel aanwezig was. De Raad overweegt dat appellant zelf heeft verklaard dat hij op een gala een wedstrijd heeft gevochten en een VIP-tafel heeft gekregen. De Raad concludeert dat appellant op geld waardeerbare werkzaamheden heeft verricht en dat hij zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden. Hierdoor kan het recht op bijstand niet worden vastgesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en wijst het hoger beroep van appellant af.