ECLI:NL:CRVB:2018:3283
Centrale Raad van Beroep
- Mondelinge uitspraak
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijstand op basis van de Participatiewet en de datum van melding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 oktober 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland. De appellanten, die bijstand aanvroegen op basis van de Participatiewet (PW), hadden zich op 6 juni 2016 gemeld voor een aanvraag om bijstand, met als gewenste ingangsdatum 15 april 2016. Het college van burgemeester en wethouders van Pekela had hen bij besluit van 28 juni 2016 bijstand toegekend vanaf de datum van melding, maar in een later besluit op 21 november 2016 werd het bezwaar tegen dit besluit ongegrond verklaard. De rechtbank had het beroep tegen dit bestreden besluit ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd bevestigd.
De Centrale Raad overwoog dat volgens vaste rechtspraak er in beginsel geen recht op bijstand bestaat over een periode voorafgaand aan de datum van melding. Appellanten voerden aan dat zij zich op 5 april 2016 bij de afdeling Burgerzaken hadden gemeld, maar de Raad oordeelde dat er geen bewijs was voor deze eerdere melding. De Raad concludeerde dat appellanten niet aannemelijk hadden gemaakt dat zij op een eerdere datum bijstand hadden willen aanvragen en dat er geen bijzondere omstandigheden waren die rechtvaardigden dat bijstand met terugwerkende kracht moest worden verleend. Het hoger beroep werd dan ook afgewezen en er werd geen proceskostenveroordeling uitgesproken.