ECLI:NL:CRVB:2018:3839
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
Op 13 november 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 18/1644 WAO-V-PV. Deze uitspraak betreft een verzet tegen een eerdere beslissing waarbij het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De appellant, woonachtig in Marokko, had in zijn verzetschrift aangegeven dat hij het griffierecht binnen de gestelde termijn had voldaan. Echter, de Raad kon in de financiële administratie geen bewijs van betaling vinden en de appellant heeft zijn stelling niet met bewijsstukken onderbouwd. Hierdoor heeft de Centrale Raad van Beroep geoordeeld dat er geen feiten of omstandigheden zijn die erop wijzen dat de appellant niet in verzuim is geweest. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, met H.C.P. Venema als voorzitter en M.A.E. Lageweg als griffier.