ECLI:NL:CRVB:2018:5
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake tijdelijke vrijlating van de sollicitatieplicht en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel, waarin het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Enschede ongegrond werd verklaard. Appellant ontvangt sinds 21 december 2010 bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en is tot 15 april 2017 vrijgesteld van de sollicitatieplicht. Hij stelt dat hij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is, maar het college heeft op basis van een medisch advies geconcludeerd dat dit niet het geval is. De adviserend arts heeft vastgesteld dat appellant beperkingen heeft, maar dat er geen duurzaam benutbare mogelijkheden zijn. De rechtbank heeft in haar uitspraak het standpunt van het college bevestigd, wat appellant in hoger beroep aanvecht. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat het medisch advies voldoet aan de eisen van zorgvuldigheid en dat er geen bewijs is dat appellant volledig en duurzaam arbeidsongeschikt is. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.