ECLI:NL:CRVB:2018:510
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet betalen griffierecht
Op 20 februari 2018 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een zaak waarin appellanten verzet aantekenden tegen eerdere uitspraken van de Raad. Deze eerdere uitspraken, gedaan op 14 februari 2017, verklaarden de hoger beroepen van appellanten niet-ontvankelijk omdat zij het verschuldigde griffierecht van € 124,- niet hadden betaald. Appellanten stelden dat zij in betalingsonmacht verkeerden en vroegen om vrijstelling van het griffierecht, maar deze verzoeken werden afgewezen.
Tijdens de zitting van 9 januari 2018 hebben appellanten hun verzet toegelicht, maar het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug was niet aanwezig. De Raad overwoog dat de appellanten niet voldeden aan de criteria voor betalingsonmacht, aangezien hun maandelijkse uitkering van € 1.333,78 boven de voor hen geldende bijstandsnorm lag. De Raad benadrukte het belang van toegang tot de rechter, maar concludeerde dat in dit geval de heffing van griffierecht niet onterecht was.
De Raad oordeelde dat appellanten geen feiten of omstandigheden hadden aangevoerd die zouden rechtvaardigen dat zij niet in verzuim waren geweest. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De uitspraak werd gedaan door A. Stehouwer, in aanwezigheid van griffier F. Dinleyici, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.