ECLI:NL:CRVB:2018:511
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake aanvraag bijzondere bijstand en verzoek om informatie bij huisarts
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellanten hebben op 29 april 2015 een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand op grond van de Participatiewet, specifiek voor de kosten van het verplicht eigen risico ingevolge de Zorgverzekeringswet. In de maanden juni en juli 2015 hebben appellanten het dagelijks bestuur van de Regionale Dienst Werk en Inkomen Kromme Rijn Heuvelrug verzocht om informatie op te vragen bij de huisarts. Het dagelijks bestuur heeft deze verzoeken echter niet als aanvragen in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangemerkt.
Het dagelijks bestuur heeft op 7 juli 2015 de aanvraag om bijzondere bijstand afgewezen, en appellanten hebben hiertegen geen rechtsmiddelen aangewend. Later heeft het dagelijks bestuur de verzoeken van appellanten om informatie op te vragen bij de huisarts niet als aanvragen beschouwd, wat leidde tot een bestreden besluit. De rechtbank heeft het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond verklaard, en appellanten hebben hiertegen hoger beroep ingesteld.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn uitspraak op 20 februari 2018 geoordeeld dat de verzoeken van appellanten om informatie bij de huisarts niet kunnen worden aangemerkt als aanvragen in de zin van artikel 1:3 van de Awb. De Raad bevestigt de aangevallen uitspraak, met verbetering van gronden, en concludeert dat het hoger beroep van appellanten niet slaagt. Er zijn geen proceskosten voor vergoeding in aanmerking gekomen.