ECLI:NL:CRVB:2019:1168
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand na niet verschijnen op gesprek over woon- en leefsituatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die tot 13 augustus 2016 gedetineerd was, had op 20 augustus 2016 een aanvraag om bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) ingediend. De aanvraag werd afgewezen omdat de appellant niet op een oproep voor een gesprek was verschenen, waarin hij inlichtingen over zijn woon- en leefsituatie moest verstrekken. Het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel had de aanvraag afgewezen en het verleende voorschot teruggevorderd, omdat de appellant niet voldeed aan zijn inlichtingen- en medewerkingsverplichting.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant tijdig op de oproep was gewezen, maar niet was verschenen. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om de appellant op te roepen voor een gesprek en dat het niet verschijnen op deze oproep een schending van de verplichtingen van de appellant inhield. De Raad heeft ook overwogen dat de appellant niet kon aantonen dat zijn woon- en leefsituatie in overeenstemming was met de door hem verstrekte gegevens, wat leidde tot de conclusie dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld.
De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag om bijstand terecht was. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.