ECLI:NL:CRVB:2019:1183
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering na zorgvuldig medisch onderzoek zonder toegenomen beperkingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 april 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag. De appellant had een aanvraag ingediend voor een WIA-uitkering, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) was afgewezen. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van toegenomen beperkingen ten opzichte van een eerdere beoordeling in 2011, waardoor de aanvraag voor de uitkering niet kon worden toegewezen. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het medische onderzoek door de verzekeringsartsen van het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen aanknopingspunten waren om aan de juistheid van deze beoordeling te twijfelen. Appellant had geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de conclusie van het Uwv konden onderbouwen. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, waarbij werd vastgesteld dat de beperkingen van appellant niet waren toegenomen en dat er geen aanleiding was voor een arbeidskundige beoordeling. De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldig medisch onderzoek en de noodzaak voor appellanten om relevante medische informatie te verstrekken ter ondersteuning van hun claims.