ECLI:NL:CRVB:2019:188

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
8 januari 2019
Publicatiedatum
22 januari 2019
Zaaknummer
17-6121 PW-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bijzondere bijstand voor doorbetaling van woonkosten tijdens detentie

Op 8 januari 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de rechtbank Overijssel. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor bijzondere bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Hengelo. De appellant had verzocht om bijzondere bijstand voor de doorbetaling van woonkosten tijdens zijn detentie in de perioden van 14 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2016 en van 21 november 2016 tot en met 11 december 2016. De Centrale Raad van Beroep bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarin werd geoordeeld dat er geen dringende redenen aanwezig waren die het verstrekken van bijstand rechtvaardigden in afwijking van de Participatiewet.

De Raad oordeelde dat het college het beleid consistent had toegepast, waarbij bijzondere bijstand alleen wordt verleend als de detentie langer dan een maand duurt. De Raad stelde vast dat de appellant niet was verschenen op de zitting, terwijl het college zich had laten vertegenwoordigen door M.J. Nieuwland. De beslissing van de Raad is gebaseerd op de overweging dat er geen ruimte is voor een beoordeling van de redelijkheid van het beleid of een toets als bedoeld in artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht. De Raad verwees ook naar een eerdere uitspraak van 2 januari 2018 ter ondersteuning van zijn beslissing. Tot slot werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

17.6121 PW-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Overijssel van 8 augustus 2017, 17/1159 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Hengelo (college)
Datum uitspraak: 8 januari 2019
Zitting heeft: M. Schoneveld
Griffier: E. Stumpel
Appellant is niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door
M.J. Nieuwland.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
Het college heeft de aanvraag van appellant om bijzondere bijstand voor doorbetaling van woonkosten tijdens zijn detentie in de perioden van 14 oktober 2016 tot en met 31 oktober 2016 en van 21 november 2016 tot en met 11 december 2016 terecht afgewezen.
Er is in het geval van appellant geen sprake van dringende redenen als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Participatiewet (PW), die nopen tot het verstrekken van bijstand in afwijking van artikel 13, eerste lid, aanhef en onder a, van de PW.
Het college hanteert het buitenwettelijke begunstigende beleid dat voor doorbetaling van vaste lasten bijzondere bijstand kan worden verstrekt indien - voor zover hier van belang - de detentie langer duurt dan een maand. Het college heeft met de afwijzing van de aanvraag het beleid consistent toegepast. Voor een beoordeling van de redelijkheid van het beleid of een toets als bedoeld in artikel 4:84 (slot) van de Algemene wet bestuursrecht bestaat geen ruimte. Vergelijk de uitspraak van 2 januari 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:9.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter
(getekend) E. Stumpel (getekend) M. Schoneveld
md