Uitspraak
17.6170 WIA
OVERWEGINGEN
21 februari 2017, van een verzekeringsarts bezwaar en beroep, een aangescherpte FML van 21 februari 2017 en een rapport van 15 maart 2017 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van het Uwv om zijn WGA-vervolguitkering te beëindigen. Appellant, die lijdt aan het syndroom van Klinefelter en PDD NOS of Asperger, heeft zich in 2010 ziek gemeld met rugklachten en psychische klachten. Het Uwv heeft na een medisch onderzoek vastgesteld dat appellant nog slechts 11,55% arbeidsongeschikt is en heeft zijn uitkering per 21 november 2016 beëindigd. Appellant is het niet eens met deze beslissing en stelt dat zijn beperkingen niet correct zijn beoordeeld, met name wat betreft zijn vermoeidheid en de beperkingen van zijn linkerelleboog, -pols en -hand. De rechtbank Overijssel heeft het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarna appellant in hoger beroep is gegaan.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak beoordeeld en komt tot de conclusie dat de medische onderzoeken van het Uwv zorgvuldig zijn uitgevoerd. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank dat de FML van 21 februari 2017 op een navolgbare wijze de belastbaarheid van appellant weergeeft. De Raad oordeelt dat er geen aanleiding is om aan te nemen dat appellant meer beperkt is dan in de FML is vastgelegd. De geselecteerde functies zijn medisch geschikt voor appellant, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad wijst erop dat er geen nieuwe medische gegevens zijn die de eerdere conclusies van het Uwv ondermijnen.