ECLI:NL:CRVB:2019:2364
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing bijstandsaanvraag wegens niet gemelde handel via Marktplaats
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juli 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant, die vanaf 11 juni 2014 bijstand ontving op grond van de Participatiewet (PW), had zijn bijstandsaanvraag opnieuw ingediend op 5 juli 2016. Het college van burgemeester en wethouders van Haarlem had echter de bijstand met terugwerkende kracht ingetrokken per 1 november 2015, omdat appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden door zijn handel via Marktplaats.nl niet te melden. Het college concludeerde dat appellant door het niet bijhouden van een administratie over zijn verkoopactiviteiten niet kon aantonen dat hij recht had op bijstand.
Tijdens de zitting op 4 juni 2019 is appellant niet verschenen, terwijl het college zich liet vertegenwoordigen door R.C.F. de Vos. De Raad heeft vastgesteld dat het college terecht een onderzoek heeft ingesteld naar de activiteiten van appellant, gezien zijn eerdere bijstandsontvangst en het feit dat hij een bedrijf had voor computerreparatie. De Raad oordeelde dat de eerdere beëindiging van de bijstand niet relevant was voor de beoordeling van de nieuwe aanvraag en dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeerde. De beroepsgronden van appellant werden verworpen, en de Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aan te tonen die nopen tot inwilliging van de aanvraag. De Raad concludeerde dat het college zorgvuldig had gehandeld en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.