ECLI:NL:CRVB:2019:261
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift niet-ontvankelijk verklaard wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 januari 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. Appellante had op 14 december 2016 bijzondere bijstand aangevraagd voor tandheelkundige kosten, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft deze aanvraag op 27 december 2016 afgewezen. Appellante heeft op 2 februari 2017 bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het college heeft het bezwaarschrift pas op 9 februari 2017 ontvangen, wat na de wettelijke bezwaartermijn van zes weken was. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat het bezwaarschrift eerder door het college had moeten zijn ontvangen. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd om aan te tonen dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat het college het besluit op de juiste wijze heeft verzonden en dat appellante zelf heeft erkend dat zij het bezwaarschrift op 2 februari 2017 heeft verzonden, maar dat het college dit pas op 9 februari 2017 heeft ontvangen. De Raad heeft de argumenten van appellante verworpen en bevestigd dat de niet-ontvankelijkverklaring terecht was.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van bezwaarschriften en de verantwoordelijkheden van appellanten om aan te tonen dat zij aan de vereisten voldoen. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten, en de eerdere uitspraak van de rechtbank is bevestigd.