Uitspraak
18.891 WWB-PV
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het college in de proceskosten van appellant tot een bedrag van € 33,43.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante bezwaar gemaakt tegen een besluit van Zorginstituut Nederland van 12 januari 2015, waarbij een bestuursrechtelijke premie van € 152,53 op haar bijstandsuitkering werd ingehouden. Daarnaast heeft appellante bezwaar gemaakt tegen een brief van het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp van 6 februari 2015, waarin zij werd voorgelicht over deze inhouding. Het college verklaarde het bezwaar tegen de brief niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift buiten de termijn was ingediend. De rechtbank Den Haag heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 september 2019 geoordeeld dat de brief van 6 februari 2015 geen besluit is in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Hierdoor was het bezwaarschrift van appellante niet-ontvankelijk. De Raad concludeert dat appellante niet benadeeld is door deze beslissing, omdat de uitkomst van de besluitvorming niet is veranderd. Echter, de Raad heeft het college wel veroordeeld in de proceskosten van appellante, die zijn begroot op € 33,43 aan reiskosten in beroep en hoger beroep. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.