ECLI:NL:CRVB:2019:3095

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 september 2019
Publicatiedatum
26 september 2019
Zaaknummer
18-845 WWB-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
  • A. Stehouwer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding bij indienen bezwaarschrift

Op 17 september 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 28 december 2017. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van een bezwaar dat door appellante is ingediend. De rechtbank had geoordeeld dat het bezwaarschrift, dat op 29 mei 2013 was ingediend, buiten de wettelijke termijn was ingediend. Appellante voerde aan dat zij op 27 en 28 mei 2013 zittingen van de Raad had bijgewoond, en dat dit de reden was voor de termijnoverschrijding. De rechtbank oordeelde echter dat deze reden niet voldoende was om de termijnoverschrijding niet aan appellante toe te rekenen.

In hoger beroep heeft appellante verder betoogd dat als zij het bezwaarschrift per post had verzonden, het tijdig zou zijn aangekomen. De Centrale Raad van Beroep heeft deze beroepsgrond verworpen, omdat appellante het bezwaarschrift niet per post heeft verzonden. De Raad bevestigde daarmee de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het bezwaar van appellante niet-ontvankelijk. De uitspraak is openbaar gedaan en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.

Uitspraak

18.845 WWB-PV

Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 28 december 2017, 13/9910 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Leiderdorp (college)
Datum uitspraak: 17 september 2019
Zitting heeft: A. Stehouwer
Griffier: V.Y. van Almelo
Appellante is verschenen. Het college heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
In de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep van appellante
niet-ontvankelijk is, omdat appellante het bezwaarschrift op 29 mei 2013 – en daarmee buiten de termijn – heeft afgegeven op het gemeentehuis. De rechtbank heeft overwogen dat de reden die appellante heeft aangevoerd voor de termijnoverschrijding, namelijk dat zij op 27 en
28 mei 2013 zittingen heeft bijgewoond van de Raad, niet maakt dat die overschrijding niet aan appellante kan worden toegerekend. In hoger beroep heeft appellante verder nog aangevoerd dat wanneer zij het bezwaarschrift per post aan het college had toegezonden, het bezwaarschrift wel tijdig zou zijn binnengekomen. Nog daargelaten wat daar van zij, die beroepsgrond slaagt niet, al om de enkele reden dat appellante het bezwaarschrift niet per post verzonden heeft.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) V.Y. van Almelo (getekend) A. Stehouwer