ECLI:NL:CRVB:2019:3255
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening bij aanvraag bijstandsverlening zelfstandigen
Op 15 oktober 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak van verzoekster tegen het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Verzoekster had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam, waarin haar aanvraag voor bijstandsverlening op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 was afgewezen. De voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat er geen actueel spoedeisend belang was aangetoond. Verzoekster, die sinds 2010 als zelfstandige werkt en in 2018 haar master Rechtsgeleerdheid heeft behaald, had een aanvraag ingediend voor een voorschot op bijstand ter hoogte van € 55.000,-. Het college had de aanvraag afgewezen op de grond dat er geen levensvatbaar bedrijf was. De voorzieningenrechter oordeelde dat verzoekster onvoldoende had aangetoond dat zij in een acute financiële noodsituatie verkeerde, ondanks haar stelling dat zij niet wist hoe zij in haar levensonderhoud moest voorzien. De voorzieningenrechter concludeerde dat het verzoek om voorlopige voorziening kennelijk ongegrond was en deed uitspraak buiten zitting. Er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken.