ECLI:NL:CRVB:2019:339
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake AIO-aanvulling en waarde woning in Suriname
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die de AIO-aanvulling van appellant heeft verlaagd. Appellant ontving sinds 1 oktober 2005 bijstand op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) en later de AIO-aanvulling. De Svb heeft de AIO-aanvulling ingetrokken en teruggevorderd omdat appellant een woning in Suriname bezat die boven de vermogensgrens lag. Appellant heeft de woning op naam van zijn zoon laten overschrijven, wat leidde tot de conclusie dat hij een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid had. De Svb legde een maatregel op van € 1.295,76, die appellant aanvecht.
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, die het beroep van appellant ongegrond verklaarde. De Raad oordeelt dat de taxatie van de woning door de Attaché Sociale Zaken zorgvuldig is uitgevoerd en dat de waarde van de woning op 14 september 2015 niet onjuist is vastgesteld. Appellant heeft niet aangetoond dat de taxatie onzorgvuldig was en de waarde van de woning is vastgesteld op € 77.800,-. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet slaagt en bevestigt de beslissing van de rechtbank.