ECLI:NL:CRVB:2019:4012
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- Y. Itkal
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2019 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant had bezwaar gemaakt tegen besluiten van het college van burgemeester en wethouders van Breda, die zijn aanvragen om bijstand ingevolge de Participatiewet buiten behandeling hadden gesteld. Het college verklaarde het bezwaar van de appellant niet-ontvankelijk, omdat de bezwaartermijn van zes weken was overschreden zonder verschoonbare reden. De rechtbank bevestigde deze beslissing.
In hoger beroep herhaalde de appellant zijn gronden en voegde hij toe dat de rechtbank geen rekening had gehouden met zijn persoonlijke omstandigheden, waaronder lichamelijke en psychische klachten. De Raad overwoog dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij door deze omstandigheden niet in staat was om tijdig bezwaar te maken. De Raad stelde vast dat de besluiten op de juiste wijze waren bekendgemaakt en dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was.
De Raad concludeerde dat het college terecht het bezwaar niet-ontvankelijk had verklaard, waardoor er geen inhoudelijke beoordeling van de aanvragen van de appellant plaatsvond. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.