Uitspraak
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep gegrond en vernietigt het besluit van 23 april 2015;
- draagt de minister op een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen met inachtneming
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellant op 26 augustus 2014 studiefinanciering aangevraagd voor de opleiding Recording Arts Technology/Technician aan een Amerikaanse universiteit. De aanvraag werd door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap afgewezen op 12 november 2014, omdat de opleiding niet leidde tot een nationaal erkend diploma. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd door de minister ongegrond verklaard op 23 april 2015. De rechtbank Zeeland-West-Brabant verklaarde het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond, waarbij werd verwezen naar een advies van Nuffic dat stelde dat de opleiding niet vergelijkbaar was met een Nederlandse opleiding waarvoor studiefinanciering wordt verstrekt.
In hoger beroep voerde appellant aan dat het advies van Nuffic onjuist en onvolledig was. Hij overhandigde een brief van de Accrediting Commission of Career Schools and Colleges (ACCSC) die de accreditatie van zijn opleiding bevestigde. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de minister het bestreden besluit niet had kunnen baseren op het advies van Nuffic, omdat dit advies niet voldoende onderbouwd was. De Raad stelde vast dat er nader onderzoek naar het eindniveau van de opleiding moest plaatsvinden, aangezien de accreditatie door de ACCSC niet automatisch uitsloot dat de opleiding tot het hoger onderwijs kon behoren.
De Raad vernietigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep van appellant gegrond. De minister werd opgedragen om een nieuwe beslissing op het bezwaar te nemen, waarbij rekening moest worden gehouden met de bevindingen van de Raad. Tevens werd bepaald dat de minister het griffierecht van appellant diende te vergoeden.