ECLI:NL:CRVB:2019:513
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.B. Kleiss
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake intrekking WGA-uitkering en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 februari 2019 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die zich op 25 september 2007 ziek meldde vanwege psychische klachten, had eerder een WGA-uitkering ontvangen. Na een herbeoordeling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) werd vastgesteld dat appellante minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de intrekking van haar uitkering. Appellante voerde aan dat zij volledig arbeidsongeschikt was door een ernstige depressie en andere klachten, en dat de functies die aan de schatting ten grondslag lagen niet passend waren. De Raad oordeelde dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de verzekeringsartsen terecht concludeerden dat appellante niet langer voldeed aan de criteria voor een WIA-uitkering. De rechtbank had de beslissing van het Uwv terecht bevestigd, en het hoger beroep van appellante werd afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.