ECLI:NL:CRVB:2019:933

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 maart 2019
Publicatiedatum
20 maart 2019
Zaaknummer
14/6003 WIA-R
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rectificatie van een eerdere uitspraak inzake WIA door de Centrale Raad van Beroep

Op 20 maart 2019 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 14/6003 WIA-R. Deze uitspraak betreft een rectificatie van een eerdere uitspraak van de Raad van 27 december 2018. De gemachtigde van appellante, Mr. R. Kaya, had de Raad gewezen op een kennelijke fout in de eerdere uitspraak, waarbij een bedrag voor proceskosten onjuist was vermeld. In plaats van € 1.254,50 moest het correcte bedrag € 2.254,50 zijn. De Raad heeft partijen de gelegenheid gegeven om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie. Het Uwv heeft geen bezwaar gemaakt tegen de verbetering, en ook appellante heeft geen reactie gegeven, waardoor de Raad ervan uitging dat er geen bezwaren bestonden.

In de rectificatie bevestigt de Centrale Raad van Beroep de eerdere uitspraak en wijzigt de beslissing met betrekking tot de proceskosten. De nieuwe beslissing houdt in dat het Uwv in de proceskosten van appellante wordt veroordeeld tot een bedrag van € 2.254,50 en dat het Uwv het betaalde griffierecht van in totaal € 167,- vergoedt. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. Deze uitspraak is gedaan door A.T. de Kwaasteniet, in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier, en is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2019.

Uitspraak

14/6003 WIA-R
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak tot rectificatie van de uitspraak van de Raad van 27 december 2018, 14/6003 WIA
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
De Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
Datum uitspraak: 20 maart 2019
PROCESVERLOOP
Mr. R. Kaya, gemachtigde van appellante, heeft de Raad er schriftelijk op gewezen dat de uitspraak van de Raad van 27 december 2018 een kennelijke fout bevat. Onder beslissing staat een bedrag voor proceskosten van € 1.254,50 vermeld. Dit moet echter een bedrag van € 2.254,50.
De Raad heeft daarom aanleiding gezien partijen in de gelegenheid te stellen zich schriftelijk uit te laten over een rectificatie van de uitspraak. Dit is bij brief van 25 januari 2019 aan partijen meegedeeld.
Partijen is in de brief van 25 januari 2019 meegedeeld dat zij binnen vier weken kunnen reageren op deze brief, tevens is daarbij nog vermeld dat in het geval er binnen die termijn geen reactie wordt ontvangen de Raad er dan van uit gaat dat er geen bezwaar bestaat tegen verbetering van de uitspraak.
Het Uwv heeft bij brief van 8 februari 2019 aangegeven geen bezwaar te hebben tegen de verbetering van de uitspraak. Namens appellante is geen reactie op de brief van 25 januari 2019 gegeven zodat de Raad er van uitgaat dat er geen bezwaren bestaan tegen de voorgenomen rectificatie.

OVERWEGINGEN

De Raad wijzigt de beslissing in de uitspraak van 27 december 2018, 14/6003 WIA als volgt.
De nieuwe beslissing gaat luiden:

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
  • bevestigt de aangevallen uitspraak;
  • veroordeelt het Uwv in de proceskosten van appellante tot een bedrag van € 2.254,50
  • bepaalt dat het Uwv het in beroep en in hoger beroep betaalde griffierecht van in totaal € 167,- vergoedt.
Aan deze uitspraak tot rectificatie is een gerectificeerd exemplaar van de oorspronkelijke uitspraak gehecht. De gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep rectificeert zijn uitspraak van 27 december 2018 als in de overwegingen is weergegeven.
Deze uitspraak is gedaan door A.T. de Kwaasteniet in tegenwoordigheid van R.L. Rijnen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 maart 2019.
(getekend) A.T. de Kwaasteniet
(getekend) R.L. Rijnen

OS