ECLI:NL:CRVB:2020:1251
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.T.H. Zimmerman
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor kosten van onder curatelestelling en berekening van de draagkracht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) voor de kosten van ondercuratelestelling door het college van burgemeester en wethouders van Amstelveen. Appellante had op 10 november 2016 een aanvraag ingediend voor een bedrag van € 1.078,70, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat haar vermogen boven de geldende vermogensgrens lag. Het college stelde dat het niet relevant was of appellante dit vermogen tijdens een periode van bijstand had gespaard, aangezien artikel 34, tweede lid, van de PW niet van toepassing is bij bijzondere bijstand.
De rechtbank Amsterdam verklaarde het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond, en oordeelde dat het college terecht had geoordeeld dat de kosten van ondercuratelestelling op 1 januari 2016 waren opgekomen. De Raad bevestigde deze overwegingen en oordeelde dat appellante in hoger beroep geen nieuwe gronden had aangevoerd die de eerdere beslissing konden weerleggen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.