ECLI:NL:CRVB:2020:1281
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens niet tijdig indienen beroepsgronden en griffierecht
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam. De Centrale Raad van Beroep heeft op 18 juni 2020 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 20/772 AOW. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 131,00 heeft betaald en dat het ingediende beroepschrift geen gronden bevatte. Appellante is herhaaldelijk gewezen op de verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), maar heeft geen actie ondernomen om deze verzuimen te herstellen. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat appellante in verzuim is geweest. De uitspraak is gedaan door M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van griffier T. Hemelrijk-van den Oudenalder. De beslissing is openbaar uitgesproken en appellante heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van het afschrift van de uitspraak schriftelijk verzet te doen.