ECLI:NL:CRVB:2020:1367
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de belastbaarheid van appellant in het kader van de Wet WIA na afwijzing van de uitkeringsaanvraag
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 juli 2020 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellant, die als taxichauffeur werkte, had zich ziek gemeld vanwege lichamelijke en psychische klachten en vroeg een uitkering aan op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA). Het Uwv weigerde de uitkering omdat de mate van arbeidsongeschiktheid minder dan 35% was. Appellant ging in beroep, maar de rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, waarbij zij de conclusies van de verzekeringsartsen van het Uwv onderschreef. Appellant herhaalde in hoger beroep zijn eerdere gronden, maar de Raad oordeelde dat er geen aanleiding was om anders te oordelen dan de rechtbank. De Raad bevestigde dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hadden gehouden met de medische informatie en dat de FML van 23 januari 2018 correct was vastgesteld. De rechtbank had terecht geoordeeld dat appellant in staat was om arbeid te verrichten die paste bij zijn vastgestelde belastbaarheid. Het hoger beroep van appellant werd dan ook afgewezen.