ECLI:NL:CRVB:2020:1441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzoek om herziening van uitspraak inzake griffierecht niet tijdig betaald
Op 9 juli 2020 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 5 juli 2012. Verzoeker had verzocht om herziening, maar het griffierecht was niet binnen de gestelde termijn van 28 dagen betaald. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker op meerdere momenten is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht van € 259,-. Ondanks deze waarschuwingen is het griffierecht niet tijdig voldaan. De Raad concludeert dat op basis van de beschikbare gegevens redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat verzoeker niet in verzuim is geweest. Hierdoor is het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat verder onderzoek nodig was. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en belanghebbenden kunnen binnen zes weken na verzending van het afschrift verzet aantekenen bij de Centrale Raad van Beroep.