Uitspraak
18 4412 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van betrokkene tot een bedrag van € 588,25;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 508,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. Het geschil betreft de beëindiging van de Ziektewet (ZW)-uitkering van een werknemer, die zich ziek had gemeld na een polsbreuk. De werkgever, een uitzendbureau, heeft hoger beroep ingesteld tegen de voortzetting van de ZW-uitkering van de werknemer, die door het Uwv was vastgesteld op basis van een urenbeperking. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het Uwv onvoldoende had gemotiveerd waarom de werknemer een urenbeperking van zes uur per dag en 30 uur per week moest hebben. De Centrale Raad heeft geoordeeld dat de arbeidsdeskundige terecht de urenomvang van de geselecteerde functies in aanmerking heeft genomen en niet de urenomvang waarvoor de werknemer maximaal belastbaar was. Het hoger beroep van het Uwv slaagde voor een deel, maar de rechtbank had terecht geoordeeld dat het Uwv niet voldoende had gemotiveerd waarom de urenbeperking van zes uur per dag en 30 uur per week moest gelden. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het Uwv veroordeeld in de proceskosten van de betrokkene.