ECLI:NL:CRVB:2020:1559
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag nabestaandenuitkering ANW wegens niet-verzekerd zijn op overlijdensdatum
In deze zaak heeft appellante, woonachtig in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag om een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW) door de Sociale verzekeringsbank (Svb). De echtgenoot van appellante is op 3 juni 2015 in Marokko overleden en ontving op dat moment een ouderdomspensioen op basis van de Algemene Ouderdomswet (AOW). De Svb heeft de aanvraag afgewezen op de grond dat de echtgenoot van appellante op de datum van zijn overlijden niet verzekerd was voor de ANW, aangezien hij niet in Nederland woonde of werkte.
De rechtbank Amsterdam heeft in de eerdere uitspraak van 6 juni 2019 het beroep van appellante tegen het besluit van de Svb ongegrond verklaard. De rechtbank oordeelde dat de echtgenoot van appellante niet verzekerd was voor de ANW, ook niet op basis van het Algemeen Verdrag inzake Sociale Zekerheid tussen Nederland en Marokko. Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij het niet eens is met deze uitspraak en heeft verzocht om de premie voor de vrijwillige verzekering te betalen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en toegevoegd dat het AOW-pensioen van de echtgenoot van appellante sinds 1 januari 2000 niet meer leidt tot verplichte verzekering voor de ANW. De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep niet slaagt en dat de aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.